Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hij doet [26]het gras uitspruiten voor de beesten, en [27]het kruid tot dienst des mensen, doende [28]het brood uit de aarde voortkomen. 26. Zie de aantekening bij 1 Kon.18:5. 27. Te weten, allerlei kruid tot spijs en tot medicijn. 28. Te weten, het koren, waar het brood van gemaakt wordt, gelijk Job 28:5; Pred.11:1; Jes.28:28, en Jes.30:23. Het woord brood betekent hier, gelijk op vele plaatsen, allerlei spijs.